U bent hier :  Commissies » Toegang tot milieu-informatie »Toegang

Toegang tot milieu-informatie

  • print
Laatste nieuws

Geen nieuws in deze lijst:

Wat en waarom?

Om succesvol een milieu-beleid te voeren en om het recht van een gezond leefmilieu te kunnen realiseren, is het noodzakelijk dat burgers over de nodige informatie beschikken. Daartoe wordt aan iedereen een recht van toegang tot milieu-informatie toegekend. Die toegang tot informatie kan zowel actief als passief plaatsvinden. Bij actieve toegang tot milieu-informatie wordt milieu-informatie uit eigen beweging ter beschikking gesteld. Bij passieve toegang tot milieu-informatie wordt milieu-informatie pas verstrekt nadat daarom werd verzocht. De passieve toegang tot milieu-informatie houdt de toekenning in van een subjectief recht van toegang, dat grondwettelijk is verankerd in artikel 23, 4° en in artikel 32 van de Grondwet en dat verder werd uitgewerkt op het federale bestuursniveau door de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie.

Milieu-informatie

Milieu-informatie is een complex begrip dat heel wat ruimer is dan men op het eerste gezicht denkt. De wet stelt dat het gaat om "elke informatie, ongeacht de drager en in welke materiele vorm ook, waarover een milieu-instantie beschikt, betreffende:

  1. de toestand van elementen van het milieu, zoals de atmosfeer, de lucht, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, de biologische diversiteit en haar componenten met inbegrip van de genetisch gemodificeerde organismen en de interactie tussen deze elementen;
  2. de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens met inbegrip van de verontreiniging van de voedselketen, de levensomstandigheden van personen, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ;
  3. de toestand van waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken, voorzover zij worden of kunnen worden aangetast door de onder a) bedoelde elementen van het milieu of, via deze elementen, door een van de factoren zoals bedoeld onder d) of door de maatregelen en activiteiten zoals bedoeld onder e) ;
  4. factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen in het milieu van stoffen die de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a) of de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) aantasten of waarschijnlijk aantasten;
  5. maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op het onder a), b), c) of d) bedoelde elementen;
  6. maatregelen en activiteiten die tot doel hebben de toestand van elementen van het milieu zoals bedoeld onder a), de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens zoals bedoeld onder b) of de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken zoals bedoeld onder c) in stand te houden, te beschermen, te herstellen, te ontwikkelen, en druk erop te voorkomen, in te perken of te compenseren;
  7. kosten-baten - en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder e) en f) bedoelde maatregelen en activiteiten;
  8. verslagen over de toepassing van de milieuwetgeving."

Milieu-informatie kan zowel in een geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm aanwezig zijn.

De onderscheiden elementen van de definitie dienen als volgt te worden opgevat:

Onder milieu-informatie valt vooreerst informatie over de toestand van de elementen van het milieu. Die elementen van het milieu zijn: de atmosfeer, de bodem, het land, het water, het landschap, de natuurgebieden, de biologische diversiteit. Ook informatie over de interactie tussen deze elementen valt hieronder om hierdoor het concept van ecosystemen weer te geven. Deze begrippen moeten ruim worden geïnterpreteerd. Met de begrippen «atmosfeer, lucht, bodem en water» worden alle abiotische componenten van het milieu aangeduid. De notie «lucht» bevat zowel de binnenlucht als de buitenlucht.

De dimensie Leefmilieu-Gezondheid wordt evenzeer geïdentificeerd als een onderdeel van milieu-informatie in de mate waarin de gezondheid van de mens, zijn veiligheid evenals zijn leefomstandigheden zijn of kunnen worden aangetast door de verschillende elementen zoals de toestand van het milieu, vervuilende stoffen en/of de activiteiten en maatregelen die een impact op het milieu in de ruime zin van het woord hebben. De aantasting van de voedselketen moet eveneens onder het algemeen begrip van veiligheid van de mens worden begrepen.

Milieu-informatie bevat ook informatie over waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken in de mate dat deze zijn of kunnen worden aangetast door de toestand van het milieu, de verontreinigende stoffen en/of van activiteiten en maatregelen die een impact op het milieu hebben.

Milieu-informatie bevat bovendien informatie over verschillende verontreinigende factoren. Als voorbeelden van die factoren worden opgesomd: stoffen, energie, geluid, straling of afval, emissies, lozingen en andere stoffen die vrijkomen. Onder afval moet ook radioactief afval worden begrepen.

Verder vallen ook maatregelen en activiteiten die uitwerking hebben of kunnen hebben op de elementen onder het begrip. De begrippen «maatregelen en activiteiten» moeten ruim worden geïnterpreteerd. De begrippen omvatten niet enkel de maatregelen en activiteiten die worden uitgevoerd door privé-actoren, maar ook die van de overheid. Als overheidsmaatregelen kunnen alle onderdelen van de beleidscyclus in aanmerking worden genomen. Het gaat onder meer om beleidsvoorbereiding en beleidsvoorbereidend onderzoek, beleidsformulering, beleidsuitvoering, handhaving en evaluatie. Voorbeelden van activiteiten zijn het produceren van goederen, landbouw, veeteelt, ontwerpen en bouwen van huizen, wonen, reizen, enz., maar ook overheidsbeleid.
Welke actor de maatregel neemt of de activiteit uitoefent is irrelevant. Ook de analyses en de evaluaties van al deze maatregelen en activiteiten zijn vervat in het begrip milieu-informatie.

Een bepaalde soort activiteit wordt verricht door een doelgroep (b.v. bedrijven, landbouwers, veetelers, architecten en bouwbedrijven, huishoudens, toeristen, enz.). Doelgroepen zijn herkenbare maatschappelijke gehelen. Ze liggen aan de basis van activiteiten waaraan een milieuverstoringsproces is gekoppeld. De activiteiten zijn zodoende zowel deel van het probleem als sleutel tot een preventieve en brongerichte aanpak van de problemen. Milieurelevante informatie over de doelgroepen dient in die zin ook als milieu-informatie te worden beschouwd.

De wet onderscheidt twee soorten van activiteiten en maatregelen. Er zijn vooreerst de activiteiten en maatregelen waarvoor het enige relevante criterium is dat ze uitwerking hebben of kunnen hebben op de toestand van de elementen van het milieu en op de toestand van de gezondheid en de veiligheid van de mens en op de toestand van de waardevolle cultuurgebieden en bouwwerken.
Daarnaast zijn er de maatregelen en activiteiten. Ze worden afgebakend via het criterium dat de hier bedoelde maatregelen en activiteiten tot doel hebben om de elementen van het milieu en de in b) c) en d) bedoelde waarden in stand te houden, te herstellen en/ of te ontwikkelen en de druk op het milieu te voorkomen, te beperken en/of te compenseren. Zo wordt duidelijk gemaakt dat in hieronder onder meer het milieubeleid valt dat door de federale overheid wordt uitgewerkt. Het beleid kan ingrijpen op alle schakels van de hiervoor omschreven milieuverstoringsketen.

Het recht van toegang tot milieu-instantie volgens de wet van 5 augustus 2006 bestaat maar in de mate een "federale" milieu-instanties over de milieu-informatie beschikt. Een milieu-instantie is

  1. een rechtspersoon of een orgaan opgericht bij of krachtens de Grondwet, een wet, een decreet of een regel bedoeld in artikel 134 van de Grondwet;
  2. een natuurlijke of rechtspersoon die openbare bestuursfuncties uitoefent, met inbegrip van specifieke taken, activiteiten of diensten met betrekking tot leefmilieu;
  3. een natuurlijke of rechtspersoon die onder toezicht van een orgaan of persoon als bedoeld onder a) of b) belast is met openbare verantwoordelijkheden of functies of openbare diensten met betrekking tot het milieu verleent.

Organen en instellingen met een gerechtelijke bevoegdheid vallen niet onder deze definitie, tenzij ze optreden in een andere functie dan de rechterlijke. De wetgevende vergaderingen en de daaraan verbonden instellingen vallen buiten deze definitie, behalve wanneer zij optreden in een administratieve functie.

Dat een milieu-instantie beschikt over milieu-informatie omvat twee duidelijke hypothesen: (1) die waarin een milieu-instantie over milieu-informatie beschikt en (2) die waarin milieu-informatie door derden wordt beheerd voor rekening van een milieu-instantie. In beide gevallen oefent de milieu-instantie dus in zekere mate toch controle uit over die informatie.

In de eerste hypothese betekent het begrip 'beschikken' dat het voldoende is dat een milieu-instantie de milieu-informatie onder zich heeft. Beschikken dient te worden begrepen in de fysieke betekenis van het woord, nl. bezitten. Onder het begrip «beschikken» moet ook het geval begrepen worden dat een milieu-instantie een zekere mate van zeggenschap heeft over een bestuursdocument (…)».
In bepaalde gevallen is dit echter niet zo: milieu-informatie die ten gevolge van een vergissing bij een milieu-instantie terecht is gekomen valt niet onder deze definitie. Ook documenten die een ambtenaar louter als geheugensteuntje voor zichzelf opstelt, mogen evenmin worden beschouwd als milieu-informatie in de zin van de wet.

De tweede hypothese heeft betrekking op gevallen waarin natuurlijke of rechtspersonen in overeenstemming met de wetgeving milieu-informatie ter beschikking van de overheid moeten houden. Het gaat hier bijvoorbeeld om milieu-informatie die is vereist in het raam van inspectieverplichtingen van ondernemingen. Die hypothese geldt eveneens voor gegevens en databases die niet langer door een specifieke milieu-instantie fysiek worden bijgehouden maar die er wel toegang toe heeft om zich van haar taken te kunnen kwijten. Dit document moet worden opgevraagd bij de milieu-instantie tot wier beschikking deze derde de betrokken milieu-informatie moet houden, voor zover deze derde geen milieu-instantie is. Er zij bovendien op gewezen dat onder deze definitie ook het archief valt dat betrekking heeft op de milieu-informatie die een milieu-instantie erin heeft gedeponeerd.

De internationaalrechtelijke verankering

Het recht van toegang tot milieu-informatie is als een procedureel recht uitgewerkt in internationale rechtsteksten.

Er is vooreerst het Verdrag van Aarhus, voluit het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Dit Verdrag werd in de Deense stad Århus aangenomen op 25 juni 1998, ter gelegenheid van de vierde Europese ministeriële conferentie "milieu voor Europa" binnen de Europese economische commissie van de Verenigde Naties (UNECE).
Het verdrag trad in werking op 30 oktober 2001. België ratificeerde het Verdrag op 21 januari 2003.

Het verdrag handelt over:

  • het verlenen van toegang tot milieu-informatie aanwezig bij de overheid. Naast de "passieve" toegang, d.i. informatie verstrekken wanneer een burger of milieuvereniging erom vraagt, dient de overheid ook aan "actieve" informatieverstrekking te doen via onder meer het publiceren van rapporten over de toestand van het milieu, publiek toegankelijke databanken of soortgelijke registers, etc.
  • het verlenen van inspraak in de besluitvorming over milieuaangelegenheden. Dit slaat zowel op specifieke activiteiten (een lijst hiervan is opgenomen als bijlage bij het verdrag) als plannen, programma's, beleid en regelgeving met betrekking tot milieu. Bij de beslissing dient rekening gehouden te worden met de inspraakresultaten, en de beslissing dient openbaar gemaakt te worden.
  • het verlenen van toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden, bijvoorbeeld om toegang tot milieu-informatie te verkrijgen.

Bovendien behandelt het Verdrag op een specifieke manier twee belangrijke punten op het gebied van transparantie:

  • het vraagstuk van de GGO's (genetisch gemanipuleerde organismen);
  • informatie over de uitstoot en het transport van verontreinigende stoffen.

Het Verdrag van Aarhus omvat bijgevolg drie pijlers waarvan slechts de eerste volledig en de derde pijler gedeeltelijk betrekking hebben op de toegang tot milieu-informatie.

Daarnaast is er richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad. Deze richtlijn moest door de lidstaten op 14 februari 2005 zijn omgezet.

Omwille van de bevoegdheidsverdeling tussen de Federale Staat, de gewesten en gemeenschappen zijn het Verdrag van Aarhus en richtlijn 2003/4/EG door de federale wetgever en de gewestwetgevers omgezet. Voor de toegang tot milieu-informatie is dit gebeurd met de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie.

De grondwettelijke verankering

Het recht van toegang tot milieu-informatie is een procedureel recht dat verbonden is met het recht op een gezond leefmilieu zoals dit in artikel 23, 4° van de Grondwet is verwoord:

Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.

Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.

Die rechten omvatten inzonderheid :

  1. […];
  2. […];
  3. […];
  4. het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
  5. […];

Artikel 23,4° G.W. kent geen directe werking en kan bijgevolg maar worden ingeroepen in de mate de verschillende bevoegde wetgever in Belgiê dit recht hebben geconcretiseerd wat inderdaad is gebeurd als gevolg van internationale verplichtingen. Wel bezit artikel 23,4° G.W. een standstill verplichting die volgens het Grondwettelijk Hof "eraan in de weg staat dat de bevoegde wetgeverhet beschermingsniveau dat geboden wordt door de van toepassing zijnde wetgeving in aanzienlijke mate vermindert, zonder dat daarvoor redenen zijn die verband houden met het algemeen belang".

Omdat heel wat milieu-informatie ook aanwezig is in een bestuursdocument, is ook op heel wat milieu-informatie artikel 32 van de Grondwet van toepassing.

Artikel 32 van de Grondwet luidt als volgt:

Ieder heeft het recht elk bestuursdokument te raadplegen en er een afschrift van te krijgen, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door de wet, het decreet of de regel bedoeld in artikel 134

Uitgangspunt is dat elk bestuursdocument van nature openbaar is, tenzij er redenen zijn die een tijdelijk niet openbaarmaking rechtvaardigen en deze in een wettelijke norm hun grondslag hebben.

Het recht komt iedereen zonder onderscheid toe en dit op voet van gelijkheid. Zowel natuurlijke als rechtspersonen genieten dit recht.

Het recht kan zowel uitgeoefend worden door inzage te nemen als door het verkrijgen van kopies. De aanvrager kiest hoe hij zijn recht wenst uit te oefenen. In de openbaarheidswetten is nog een derde wijze van uitoefening toegevoegd, namelijk een recht op uitleg.

Artikel 32 van de Grondwet heeft directe werking, wat inhoudt dat zelfs als een wetgever heeft nagelaten om procedureregels en uitzonderingen uit te werken, de aanvrager steeds rechtstreeks een beroep kan doen op het grondrecht en het ook voor de rechter kan laten afdwingen.

Omdat het grondrecht ook een bevoegdheidsverdelende regel bevat, hebben zowel de Federale Staat als de gemeenschappen en gewesten een regelgevende bevoegdheid op het gebied van de openbaarheid van bestuur.

 

Status DABS :
Status BELPIC :
Status RR :
DABS werkt stabiel
DABS is operationeel maar sommige functionaliteiten zijn verstoord
DABS is momenteel buiten dienst
BELPIC werkt stabiel
BELPIC (toegang tot de "natuurlijke personen") is operationeel maar sommige functionaliteiten zijn verstoord
BELPIC is momenteel buiten dienst
Rijksregister werkt stabiel
Het Rijksregister (toegang tot de "natuurlijke personen") is operationeel maar sommige functionaliteiten zijn verstoord
Rijksregister is momenteel buiten dienst