-
Tegen de beslissing over het verzoek tot heroverweging of de afwezigheid van een beslissing kan een beroep worden ingesteld bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Het verzoekschrift moet het opschrift “verzoekschrift tot nietigverklaring” dragen. Het moet ondertekend worden door u of door uw advocaat.
In het verzoekschrift moeten volgende gegevens en informatie bevatten:
- de naam en het adres van elke verzoekende partij;
- een uitdrukkelijk gekozen woonplaats, dit is een adres in België dat zal worden gebruikt voor alle briefwisseling over het beroep;
- de beslissing waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd;
- de verwerende partij, dit is de overheid die deze beslissing heeft genomen;
- een uiteenzetting van de feitelijke omstandigheden van de zaak;
- een uiteenzetting van de ‘middelen’, waarin wordt uitgelegd welke rechtsregels er werden geschonden en op welke wijze.
Je moet een kopie van de bestreden beslissing toevoegen evenals een kopie van het advies dat de Commissie heeft afgeleverd. Is de verzoekende partij een rechtspersoon, dan moet er een kopie worden bijgevoegd van de gepubliceerde statuten en van de gecoördineerde geldende statuten. Als het verzoekschrift van een rechtspersoon niet door een advocaat wordt ingediend, moet ook de beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon om het beroep in te dienen worden voorgelegd, evenals een kopie van de aanstelling van dat orgaan. De verplicht bij te voegen stukken, evenals alle andere stukken die ter staving van het beroep zouden worden bijgevoegd, moeten worden genummerd en worden opgenomen in een inventaris.
Het verzoekschrift kun je ofwel per post aangetekend verzenden naar de griffie van de Raad van State, Wetenschapsstraat 33 te 1040 Brussel, ofwel indienen volgens de elektronische procedure (zie daarvoor de rubriek "e-procedure" op de website van de Raad van State). Bij een verzending per post moet je naast het origineel verzoekschrift steeds drie eensluidend verklaarde afschriften bezorgen, en daar bovenop een afschrift voor elke verwerende partij. De beroepen tot nietigverklaring moet je indienen binnen een vrij korte termijn van zestig dagen na de bekendmaking, betekening of kennisname van de beslissing.
Als er verplichte vermeldingen of bij te voegen stukken of afschriften ontbreken zal de behandeling zeker vertraging oplopen, en bestaat bovendien het risico dat het beroep onontvankelijk zal moeten worden bevonden, en dus niet zal kunnen worden behandeld.
Per verzoeker moet een recht van 200 euro worden betaald. Na de ontvangst van het verzoekschrift bezorgt de griffie daartoe een overschrijvingsformulier. Als de rekening, geopend bij de dienst die binnen de Federale Overheidsdienst van Financiën is aangewezen als bevoegd om de rechten bij de Raad van State in te vorderen, niet binnen een termijn van acht dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het overschrijvingsformulier is gecrediteerd door middel van een overschrijving of van een storting, wordt het verzoekschrift geacht niet te zijn ingediend.
Uw zaak wordt echter niet op de rol ingeschreven als:
- het verzoekschrift niet ondertekend is;
- het vereiste aantal eensluidend verklaarde afschriften (drie + evenveel afschriften als er andere partijen in het geding zijn) niet erbij is gevoegd;
- de kopie van de bestreden handeling ontbreekt;
- het verzoekschrift geen keuze van woonplaats in België vermeldt;
- bij het verzoekschrift geen inventaris is gevoegd en de stukken niet zijn genummerd in overeenstemming met de inventaris;
- wat rechtspersonen betreft, de statuten, de akte van aanstelling van de organen en de beslissing om in rechte op te treden niet bij het verzoekschrift zijn gevoegd.
De normale termijn om beroep in te stellen is 60 dagen, tenzij de beroepsmogelijkheden, de te nemen vormvoorschriften en termijnen niet zijn vermeld. Is aan deze verplichting niet voldaan, dan neemt de verjaringstermijn pas een aanvang vier maanden nadat de beslissing over het verzoek tot heroverweging ter kennis werd gebracht. Is een stilzwijgende beslissing over het verzoek tot heroverweging tot stand komen, dan wordt geacht dat niet aan deze verplichting werd voldaan.
-
Ook kan de aanvrager zich tot de gewone rechter wenden wanneer hij aantoont dat zijn subjectief recht van toegang tot bestuursdocumenten is geschonden.